Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Kaffee:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kaffee (Duits) in het Zweeds

Kaffee:

Kaffee [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Kaffee
    kaffe
    • kaffe [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Kaffee:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kaffe Kaffee

Synoniemen voor "Kaffee":


Wiktionary: Kaffee

Kaffee
noun
  1. veraltend für: Gaststätte, in der – zumeist neben einer gewissen Auswahl an Gebäckwaren – angeboten wird
  2. ohne Plural; regional: das erste oder zweite Frühstück
  3. ohne Plural; regional: eine zumeist nachmittägliche Zwischenmahlzeit
  4. elliptisch für: Röstkaffee, Kaffeepulver
  5. ohne Plural: Gattungsname (Coffea) des Kaffeestrauchs[2]
  6. bohnenförmiger Samen des Kaffeestrauchs[2]; elliptisch für: Kaffeebohne
  7. Plural selten: anregendes schwarzes Aufgussgetränk
  8. ohne Plural: der Kaffeestrauch (Rubiaceae)

Cross Translation:
FromToVia
Kaffee kaffe coffee — beverage
Kaffee kaffeträd; kaffebuske coffee — plant
Kaffee kaffeböna café — Graine de caféier
Kaffee kaffe café — Boisson

Verwante vertalingen van Kaffee