Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: feind

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: feind

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Feind:
- fiende
Wiktionary:
- feind → fientligt sinnad
- Feind → ovän, fiende
- Feind → fiende, ovän

Duits

Uitgebreide vertaling voor feind (Duits) in het Zweeds

Feind:

Feind [der ~] zelfstandig naamwoord

der Feind
fiende
- fiende [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Feind:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fiende	Feind

Synoniemen voor "Feind":

Antagonist; Gegenspieler; Gegner; Konkurrent; Kontrahent; Opponent; Rivale; Widerpart; Widersacher; Charakter; Einzelwesen; Individuum; Mensch; Person; Persönlichkeit; Subjekt; Typ

Wiktionary: Feind

Feind

noun

Eine Person oder Gruppe mit negativer Beziehung zu einer anderen
- Feind → ovän; fiende

Cross Translation:

From	To	Via
• Feind	→ fiende	↔ enemy — someone who is hostile to, feels hatred towards, opposes the interests of, or intends injury to someone else
• Feind	→ fiende; ovän	↔ ennemi — implication de deux concepts antagonistes, en conflit l’un envers l’autre.

Wiktionary: feind

feind

adjective

feindlich gegenüber jemanden/etwas gesinnt, Abneigung gegenüber jemanden/etwas hegend
- feind → fientligt sinnad