Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Neubau

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Neubau

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Neubau:
- Wiktionary:
  Neubau → nybygge

Duits

Uitgebreide vertaling voor Neubau (Duits) in het Zweeds

Neubau: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

neu: nygjort; nygjord; aktuell; aktuellt; nutida; modernt; nyligen; nytt; orörd; oanvänd; fräscht; oöppnad; orört; oanvänt; oöppnat
Bau: byggnad; konstruktion; struktur; byggande; strukturering; ombyggnad; bygge

Wiktionary: Neubau

Neubau

noun

ein erst unlängst fertigstellen Gebäude
- Neubau → nybygge
die Tätigkeit des neubauen
- Neubau → nybygge