Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Zwischenmahlzeit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Zwischenmahlzeit (Duits) in het Zweeds

Zwischenmahlzeit:

Zwischenmahlzeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Zwischenmahlzeit (Schnack; Biß; Bissen)
    mellanmål

Vertaal Matrix voor Zwischenmahlzeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mellanmål Bissen; Biß; Schnack; Zwischenmahlzeit Feinkost; Häppchen; Imbiß; Köstlichkeit; Leckerbissen; Leckerei; Leckereien; Nascherei; Naschwerk; Süßigkeit; Süßigkeiten; etwas Süßes

Synoniemen voor "Zwischenmahlzeit":

  • Znüni; zweites Frühstück; Mahlzeiten

Wiktionary: Zwischenmahlzeit


Cross Translation:
FromToVia
Zwischenmahlzeit mellanmål snack — an item of food eaten between meals

Computer vertaling door derden: