Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. wenig:
  2. Wenig:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor wenig (Duits) in het Zweeds

wenig:

wenig bijvoeglijk naamwoord

  1. wenig (einige; sparsam; spärlich; )
    ; enstaka
    • bijvoeglijk naamwoord
    • enstaka bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor wenig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lite Bißchen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
auftragen; bekommen; davontragen; dürfen; helfen; holen; können; mögen; müssen; sollen; unverlangt bekommen; wollen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
ein wenig; wenig
inte många ein wenig; wenig
lite ein wenig; wenig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enstaka armselig; dürftig; einige; karg; kärglich; mager; sparsam; spärlich; wenig; ärmlich
armselig; dürftig; einige; karg; kärglich; mager; sparsam; spärlich; wenig; ärmlich
lite ein wenig; einigermaßen

Synoniemen voor "wenig":


Wiktionary: wenig


Cross Translation:
FromToVia
wenig few — indefinite, usually small number
wenig liten little — small in size

Wenig:

Wenig [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Wenig (Bißchen)
    en liten bit

Vertaal Matrix voor Wenig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
en liten bit Bißchen; Wenig Ausflug; Schimmer; klein Bischen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
en liten bit ein bißchen

Wiktionary: Wenig


Cross Translation:
FromToVia
Wenig bit bit — small amount of something

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van wenig