Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Kranz:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kranz (Duits) in het Zweeds

Kranz:

Kranz [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Kranz (Kopfschmuck; Kreis; Ring; Kränzchen; Zirkel)
    pärldiadem
  2. der Kranz (Kopfschmuck)
    krona; diadem
    • krona [-en] zelfstandig naamwoord
    • diadem [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Kranz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
diadem Kopfschmuck; Kranz
krona Kopfschmuck; Kranz Haupt; Kamm; Krone; Spitze; Wipfel
pärldiadem Kopfschmuck; Kranz; Kreis; Kränzchen; Ring; Zirkel

Wiktionary: Kranz

Kranz
  1. Lieder- oder Gedichtsammlung
  2. Zahnrad
  3. ringförmiges Gebäck
  4. ringförmiges Schmuckgewinde aus Blumen, Stroh, oder anderen organischen Materialien,

Cross Translation:
FromToVia
Kranz krans wreath — ornamental circular band