Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: fickerig

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: fickerig

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

fickerig:
- Wiktionary:
  fickerig → nervös, hirrig, hispig
- Synoniemen voor "fickerig":
  aufgeregt; erregt; gereizt; kirre; nervös; rappelig; rapplig; schreckhaft; unruhig
  geil; heiß; lüstern; notgeil; rallig; rollig; wollüstig

Duits

Uitgebreide vertaling voor fickerig (Duits) in het Zweeds

fickerig:

Synoniemen voor "fickerig":

aufgeregt; erregt; gereizt; kirre; nervös; rappelig; rapplig; schreckhaft; unruhig
geil; heiß; lüstern; notgeil; rallig; rollig; wollüstig

Wiktionary: fickerig

fickerig

adjective

norddeutsch: nervös, unruhig
- fickerig → nervös; hirrig; hispig