Duits
Uitgebreide vertaling voor freudig (Duits) in het Zweeds
freudig:
-
freudig (fröhlich; froh; erfreut; euphorisch; heiter; munter; vergnüglich; entzückt)
-
freudig (geschäftig; lustig; gedrängt; heiter; geräuschvoll; lebendig; fleißig; gesellig; emsig; lebhaft; munter; eifrig; üppig; flott; vergnüglich; quick; fröhlich; existent; freudvoll; frisch; angeheitert)
mycket upptaget med; upptaget; upptagen-
mycket upptaget med bijvoeglijk naamwoord
-
upptaget bijvoeglijk naamwoord
-
upptagen bijvoeglijk naamwoord
-
-
freudig (gutgelaunt; fröhlich; heiter; munter; froh; lebhaft)
-
freudig (glückselig; fröhlich; gottselig; selig)
-
freudig (entzückt; herzensfroh; begeistert; froh; fröhlich)
-
freudig (sehr froh; fröhlich; entzückt; herzensfroh; begeistert; froh)
mycket nöjt; mycket glad; mycket glatt; mycket nöjd-
mycket nöjt bijvoeglijk naamwoord
-
mycket glad bijvoeglijk naamwoord
-
mycket glatt bijvoeglijk naamwoord
-
mycket nöjd bijvoeglijk naamwoord
-
-
freudig (gut gelaunt; glücklich; froh; freudvoll; fröhlich; ausgelassen; begeistert; lustig; heiter; munter; vergnüglich)
Vertaal Matrix voor freudig:
Synoniemen voor "freudig":
Computer vertaling door derden: