Overzicht
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
-
ordentlich:
- hövligt; artig; artigt; civiliserad; medborgerlig; världsligt; civiliserat; medborgerligt; städat; ren; oklanderligt; syndfri; korrekt; felfri; ofelbart; felfritt; syndfritt; ordentligt; prydlig; prydligt; rent; respektabelt; respektabel; ärligt; aktansvärt; aktansvärd; ordentlig; välordnat; välreglerat; välreglerad; systematisk; systematiskt; bekomma; avsevärd; ansenlig
- Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor ordentlich (Duits) in het Zweeds
ordentlich:
-
ordentlich (anständig; angemessen)
hövligt; artig; artigt; civiliserad; medborgerlig; världsligt; civiliserat; medborgerligt-
hövligt bijvoeglijk naamwoord
-
artig bijvoeglijk naamwoord
-
artigt bijvoeglijk naamwoord
-
civiliserad bijvoeglijk naamwoord
-
medborgerlig bijvoeglijk naamwoord
-
världsligt bijvoeglijk naamwoord
-
civiliserat bijvoeglijk naamwoord
-
medborgerligt bijvoeglijk naamwoord
-
-
ordentlich (aufgeräumt; sauber; gepflegt; tadellos)
-
ordentlich (tadellos; korrekt; einwandfrei; fleckenlos; makellos; fehlerfrei)
-
ordentlich (sauber; aufgeräumt; reinlich; sauber und rein; gepflegt; hygienisch; rein; geordnet)
ordentligt; prydlig; prydligt-
ordentligt bijvoeglijk naamwoord
-
prydlig bijvoeglijk naamwoord
-
prydligt bijvoeglijk naamwoord
-
-
ordentlich (sauber; aufgeräumt; sauber und rein)
-
ordentlich (anständig; höflich; sittsam; angemessen; ehrenwert; artig; wohlerzogen; galant; schicklich; tugendhaft; ehrbar; achtenswert; wohlanständig)
respektabelt; ren; respektabel; rent; ärligt; artigt; aktansvärt; aktansvärd-
respektabelt bijvoeglijk naamwoord
-
ren bijvoeglijk naamwoord
-
respektabel bijvoeglijk naamwoord
-
rent bijvoeglijk naamwoord
-
ärligt bijvoeglijk naamwoord
-
artigt bijvoeglijk naamwoord
-
aktansvärt bijvoeglijk naamwoord
-
aktansvärd bijvoeglijk naamwoord
-
-
ordentlich (wohlgeordnet; geordnet)
ordentligt; ordentlig; välordnat; välreglerat; välreglerad-
ordentligt bijvoeglijk naamwoord
-
ordentlig bijvoeglijk naamwoord
-
välordnat bijvoeglijk naamwoord
-
välreglerat bijvoeglijk naamwoord
-
välreglerad bijvoeglijk naamwoord
-
-
ordentlich (systematisch; planmäßig; geordnet; methodisch)
-
ordentlich (schicklich)
-
ordentlich (tüchtig; stattlich; anständig; tapfer; stramm)
Vertaal Matrix voor ordentlich:
Synoniemen voor "ordentlich":
Wiktionary: ordentlich
ordentlich
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ordentlich | → passande; tjänlig; anständig | ↔ convenable — Qui est approprier, qui convient à quelqu’un ou à quelque chose. |
• ordentlich | → ackurat; prompt | ↔ exact — Qui suivre rigoureusement la vérité, la convention. |
• ordentlich | → punktlig; ackurat; prompt | ↔ ponctuel — Qui est exact |
• ordentlich | → ackurat; prompt; regelmässig | ↔ régulier — Qui a de la régularité, qui est conforme à des règles, soit naturelles, soit de convention ; qui est constant, uniforme. |
Computer vertaling door derden: