Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: ausreizen

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: ausreizen

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

ausreizen:
- Wiktionary:
  ausreizen → uttömma, bjuda över
- Synoniemen voor "ausreizen":
  ausnutzen; ausschöpfen

Duits

Uitgebreide vertaling voor ausreizen (Duits) in het Zweeds

ausreizen: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

aus: färdigt; avslutat; fullständig; fullständigt; avslutad; utanför; ute
reizen: tjata; driva på; störa; reta; irritera; förarga; fascinera; egga; charma; uppväcka; väcka till liv; glädja; provocera; hetsa; uppröra; fröjda; liva upp
Reizen: stimulerande

Spelling Suggesties voor: ausreizen

Searching for suggestions...

ausreizen:

Synoniemen voor "ausreizen":

ausnutzen; ausschöpfen

Wiktionary: ausreizen

ausreizen

verb

voll ausschöpfen, bis zur Grenze gehen, vollständig ausräumen
- ausreizen → uttömma
im Skat beim reizen das höchste mit dem vorhandenen Blatt mögliche Spiel ansagen, auf die Gefahr hin, zu überreizen
- ausreizen → bjuda över

Computer vertaling door derden:

Zweeds

Suggesties voor ausreizen in het Zweeds

Spelling Suggesties voor: ausreizen

Searching for suggestions...

Computer vertaling door derden: