Overzicht
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
-
Instrukteur:
-
Wiktionary:
Instrukteur → instruktör -
Synoniemen voor "Instrukteur":
Anweiser; Einweiser; Vorarbeiter; Charakter; Einzelwesen; Individuum; Mensch; Person; Persönlichkeit; Subjekt; Typ
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor Instrukteur (Duits) in het Zweeds
Instrukteur:
Synoniemen voor "Instrukteur":
Wiktionary: Instrukteur
Instrukteur
noun
-
Person, die andere Personen darin unterrichtet, wie etwas zu bewerkstelligen, zu handhaben oder auch zu verstehen ist
- Instrukteur → instruktör