Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Kandis:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. Kandis:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kandis (Duits) in het Zweeds

Kandis:

Kandis [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Kandis
    godis; sötsaker; konfekt; kandisocker

Vertaal Matrix voor Kandis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
godis Kandis Konfekt; Leckerei; Leckereien; Nascherei; Naschwerk; Süßigkeiten; Zuckergut
kandisocker Kandis
konfekt Kandis
sötsaker Kandis Leckerei; Leckereien; Naschwerk; Süßigkeit; Süßigkeiten

Synoniemen voor "Kandis":


Wiktionary: Kandis

Kandis
noun
  1. weißer oder brauner Zucker, der an (gezwirnten) Fäden brockenweise auskristallisiert ist



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Kandis (Zweeds) in het Duits

Kandis: (*Woord en zin splitter gebruikt)

kändis:


Synoniemen voor "kändis":

  • celebritet

Wiktionary: kändis

kändis
noun
  1. kurz für: Prominenter
  2. -
  3. eine Person oder eine Sache, die berühmt ist

Cross Translation:
FromToVia
kändis Berühmtheit celebrity — a famous person

Verwante vertalingen van Kandis