Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Nebenbuhler:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Nebenbuhler (Duits) in het Zweeds

Nebenbuhler:

Nebenbuhler [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Nebenbuhler (Mitbewerber; Konkurrent; Rivale)
    rival; konkurrent; medtävlare

Vertaal Matrix voor Nebenbuhler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
konkurrent Konkurrent; Mitbewerber; Nebenbuhler; Rivale Gegenkandidat; Gegenspieler; Gegner; Konkurrent; Mitbewerber; Rival; Rivale
medtävlare Konkurrent; Mitbewerber; Nebenbuhler; Rivale Gegenspieler; Gegner; Konkurrent; Rival; Rivale
rival Konkurrent; Mitbewerber; Nebenbuhler; Rivale Gegenspieler; Gegner; Konkurrent; Rival; Rivale

Synoniemen voor "Nebenbuhler":


Wiktionary: Nebenbuhler

Nebenbuhler
noun
  1. Mitbewerber, der um dieselbe Frau wirbt