Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Sauger

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Sauger

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Sauger:
- tröstnapp; napp; tutte; hävert
- napp; tutte
Wiktionary:
- Sauger → sugare, tuta

Duits

Uitgebreide vertaling voor Sauger (Duits) in het Zweeds

Sauger:

Sauger [der ~] zelfstandig naamwoord

der Sauger (Schnuller; Nuckel)
tröstnapp; napp; tutte
- tröstnapp zelfstandig naamwoord
- napp [-ett] zelfstandig naamwoord
- tutte zelfstandig naamwoord
der Sauger
hävert
- hävert [-en] zelfstandig naamwoord

Sauger [die ~] zelfstandig naamwoord

die Sauger (Schnuller; Nuckel)
napp; tutte
- napp [-ett] zelfstandig naamwoord
- tutte zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Sauger:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hävert	Sauger	Geruchsverschluß; Siphonverschluß
napp	Nuckel; Sauger; Schnuller
tröstnapp	Nuckel; Sauger; Schnuller
tutte	Nuckel; Sauger; Schnuller

Wiktionary: Sauger

Cross Translation:

From	To	Via
• Sauger	→ sugare	↔ sucker — someone or something that sucks
• Sauger	→ tuta	↔ teat — bottle top

Säuger:

Synoniemen voor "Säuger":

Säugetier; Warmblüter; Schädeltier; Vertebrat; Vertebraten; Wirbeltier