Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Hügel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Hügel (Duits) in het Zweeds

Hügel:

Hügel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Hügel (Böschung; Hang; Gefälle)
    hänga; luta
    • hänga [-en] zelfstandig naamwoord
    • luta [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Hügel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hänga Böschung; Gefälle; Hang; Hügel
luta Böschung; Gefälle; Hang; Hügel Laute
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hänga aufbinden; aufhängen; aufknöpfen; aufknüpfen; ausbeuteln; auseinandergehen; einpacken; einsacken; einsinken; herumsitzen; herumstehen; hängen; prolabieren; setzen; sichsenken; vorfallen

Synoniemen voor "Hügel":


Wiktionary: Hügel

Hügel
noun
  1. ein künstlich angelegter Erdhaufen, der kann sowohl von Menschen als auch von Tieren (Maulwurfhügel) angelegt sein kann
  2. Erhebung auf der Erdoberfläche unter etwa 300 Meter Höhe, meist von gerundeter Form

Cross Translation:
FromToVia
Hügel kulle; backe hill — elevated location
Hügel kulle hump — mound of earth
Hügel knalle knoll — small mound
Hügel höjd; kulle heuvel — een kleine verhoging in het landschap
Hügel backe; kulle colline — Petite élévation de terrain
Hügel höjd hauteurdimension d’un corps considérer de sa base à son sommet.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Hügel