Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Vertrieb

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Vertrieb

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Vertrieb:
  2. vertreiben:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Vertrieb (Duits) in het Zweeds

Vertrieb:

Vertrieb

  1. Vertrieb
    varudistribution
  2. Vertrieb
    försäljning
  3. Vertrieb
    Försäljning
  4. Vertrieb (Verkauf)
    affär; försäljning

Vertaal Matrix voor Vertrieb:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affär Verkauf; Vertrieb Affäre; Angelegenheit; Frage; Geschäft; Geschäfte; Handel; Laden; Sache; Transaktion
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Försäljning Vertrieb
försäljning Verkauf; Vertrieb
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
försäljning Verkauf
varudistribution Vertrieb

Synoniemen voor "Vertrieb":


Vertrieb vorm van vertreiben:

vertreiben werkwoord (vertreibe, vertreibst, vertreibt, vertrieb, vertriebt, vertrieben)

  1. vertreiben (entfernen; wegtun; wegschaffen; )
    avlägsna; ta bort
    • avlägsna werkwoord (avlägsnar, avlägsnade, avlägsnat)
    • ta bort werkwoord (tar bort, tog bort, tagit bort)
  2. vertreiben (verhandeln; verkaufen; veräußern; )
    sälja
    • sälja werkwoord (säljer, sålde, sålt)
  3. vertreiben (verjagen; abtreiben; wegjagen; fortjagen; forttreiben)
    kasta ut; stänga ur
    • kasta ut werkwoord (kastar ut, kastade ut, kastat ut)
    • stänga ur werkwoord (stänger ur, stängde ur, stängt ur)

Conjugations for vertreiben:

Präsens
  1. vertreibe
  2. vertreibst
  3. vertreibt
  4. vertreiben
  5. vertreibt
  6. vertreiben
Imperfekt
  1. vertrieb
  2. vertriebst
  3. vertrieb
  4. vertrieben
  5. vertriebt
  6. vertrieben
Perfekt
  1. habe vertrieben
  2. hast vertrieben
  3. hat vertrieben
  4. haben vertrieben
  5. habt vertrieben
  6. haben vertrieben
1. Konjunktiv [1]
  1. vertreibe
  2. vertreibest
  3. vertreibe
  4. vertreiben
  5. vertreibet
  6. vertreiben
2. Konjunktiv
  1. vertriebe
  2. vertriebest
  3. vertriebe
  4. vertrieben
  5. vertriebet
  6. vertrieben
Futur 1
  1. werde vertreiben
  2. wirst vertreiben
  3. wird vertreiben
  4. werden vertreiben
  5. werdet vertreiben
  6. werden vertreiben
1. Konjunktiv [2]
  1. würde vertreiben
  2. würdest vertreiben
  3. würde vertreiben
  4. würden vertreiben
  5. würdet vertreiben
  6. würden vertreiben
Diverses
  1. vertreib!
  2. vertreibt!
  3. vertreiben Sie!
  5. vertrieben
  6. vertreibend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor vertreiben:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sälja Verkäufe
ta bort Wegräumen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avlägsna beseitigen; entfernen; fortbringen; fortschaffen; vertreiben; wegschaffen; wegtun
kasta ut abtreiben; fortjagen; forttreiben; verjagen; vertreiben; wegjagen auslegen; ausscheiden; auswerfen; wegschmeißen
stänga ur abtreiben; fortjagen; forttreiben; verjagen; vertreiben; wegjagen
sälja auktionieren; feilbieten; handeln; verhandeln; verkaufen; vertreiben; veräußern auf der Straße verkaufen; entledigen; etwas verkaufen; kolportieren; sich von etwas entledigen; verkaufen; verschleißen
ta bort beseitigen; entfernen; fortbringen; fortschaffen; vertreiben; wegschaffen; wegtun Veröffentlichung aufheben; abführen; abstauben; abtragen; abwischen; auslöschen; ausradieren; ausrotten; davontragen; entstauben; entvölkern; erledigen; fortbringen; fortfahren; fortführen; fortschaffen; fortschleppen; forttragen; löschen; nehmen aus; trennen; vertilgen; verwerfen; wegbringen; wegführen; wegschaffen; wegschleppen; wegtragen

Synoniemen voor "vertreiben":


Wiktionary: vertreiben

Cross Translation:
FromToVia
• vertreiben → sopa ↔ balayer — nettoyer un lieu avec le balai.
• vertreiben → förjaga ↔ renvoyer — envoyer de nouveau.

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0475 seconde
Page rendered in 1.0 seconds