Home
Woordenboeken
Word Fun
Over
Feedback
Ins Deutsch
Home
->
Woordenboeken
->
Duits/Zweeds
->Zoek: haschen
Duitse en Zweedse zoekresultaten voor:
haschen
Zoek
Remove Ads
Overzicht
Duits naar Zweeds:
Meer gegevens...
haschen:
Wiktionary:
haschen →
röka hasch
,
hascha
,
ta fatt
,
fånga
,
gripa
,
ta sig an
Synoniemen voor "haschen":
stellen
;
auffangen
;
erwischen
;
fangen
;
schnappen
Haschisch rauchen; kiffen
Duits
Uitgebreide vertaling voor
haschen
(Duits) in het Zweeds
Spelling Suggesties voor:
haschen
hassen
;
horchen
;
hasten
;
hacken
;
hausten
;
hackten
;
halten
;
halsen
;
haben
;
Höschen
haschen:
Synoniemen voor "haschen":
stellen
;
auffangen
;
erwischen
;
fangen
;
schnappen
Haschisch rauchen; kiffen
Wiktionary:
haschen
haschen
verb
umgangssprachlich:
Haschisch
konsumieren
haschen
→
röka hasch
;
hascha
jemanden, etwas haschen:
jemanden, etwas [im Auftrag von jemandem]
fangen
haschen
→
ta fatt
;
fånga
;
gripa
etwas haschen: veraltet, übertragen:
etwas
erhaschen
, an sich nehmen
haschen
→
ta sig an
Computer vertaling door derden:
Zweeds
Suggesties voor
haschen
in het Zweeds
Spelling Suggesties voor:
haschen
hasch
;
halsven
;
halogen
;
hankön
;
hälben
;
ha öppen
;
härsken
;
hästman
;
hästvagn
Computer vertaling door derden:
Remove Ads