Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Versorgung (Duits) in het Zweeds

Versorgung:

Versorgung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Versorgung (Befriedigung)
    anskaffning; anskaffande; utverkande; framskaffande
  2. die Versorgung (Unterhalt)
    underhåll
  3. die Versorgung (Pflege; Sorge; Betreuung; )
    vård; omhändertagande; underhåll
  4. die Versorgung (Betreuung; Sorge)
    omvårdnad; omsorg
  5. die Versorgung

Vertaal Matrix voor Versorgung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anskaffande Befriedigung; Versorgung
anskaffning Befriedigung; Versorgung
framskaffande Befriedigung; Versorgung
omhändertagande Betreuung; Einrichtung; Fürsorge; Krankenpflege; Pflege; Sorge; Versorgung
omsorg Betreuung; Sorge; Versorgung
omvårdnad Betreuung; Sorge; Versorgung
underhåll Betreuung; Einrichtung; Fürsorge; Krankenpflege; Pflege; Sorge; Unterhalt; Versorgung Alimente; Beihilfe; Beistand; Beköstigung; Handhabung; Instandhaltung; Lebensunterhalt; Subvention; Unterhalt; Unterhaltsbeitrag; Unterhaltsbeiträge; Unterstützung; Zuschuß; Zuwendung
utverkande Befriedigung; Versorgung
vård Betreuung; Einrichtung; Fürsorge; Krankenpflege; Pflege; Sorge; Versorgung Administration; Kontrolle; Kuratel; Verwaltung; Vormundschaft
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
försörjning Versorgung
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
omhändertagande pflegend

Synoniemen voor "Versorgung":


Wiktionary: Versorgung

Versorgung
noun
  1. Bereitstellung von etwas Fehlendem oder dringend Gebrauchtem

Cross Translation:
FromToVia
Versorgung förvaringsställe réserveaction de réserver.

Computer vertaling door derden: