Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Geschäftswesen

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Geschäftswesen

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Geschäftswesen:
- Wiktionary:
  Geschäftswesen → affärssektor, affärsväsende

Duits

Uitgebreide vertaling voor Geschäftswesen (Duits) in het Zweeds

Geschäftswesen: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

Geschäft: arbetet; affär; transaktion; lager; magasin; depå; Arbete
Wesen: person; människa; varelse; individ; karaktär; bokstav; figur; sinne; lynne; sinnelag; kärna; essens; hjärtpunkt; det väsentliga; disposition; läggning; fallenhet

Wiktionary: Geschäftswesen

Geschäftswesen

noun

Gesamtheit des Handels, des Dienstleistungssektors und der Industrie in Kaufmann Hinsicht
- Geschäftswesen → affärssektor; affärsväsende