Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Arbeitstag

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Arbeitstag

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Arbeitstag:
- arbetsdag
Wiktionary:
- Arbeitstag → arbetsdag

Duits

Uitgebreide vertaling voor Arbeitstag (Duits) in het Zweeds

Arbeitstag:

Arbeitstag [der ~] zelfstandig naamwoord

der Arbeitstag (Wochentag; Werktag)
arbetsdag
- arbetsdag [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Arbeitstag:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
arbetsdag	Arbeitstag; Werktag; Wochentag

Synoniemen voor "Arbeitstag":

Werktag; Kalendertag; Tag; vierundzwanzig Stunden

Wiktionary: Arbeitstag

Arbeitstag

noun

Tag, an dem man arbeiten (zur Arbeit geht)
- Arbeitstag → arbetsdag

Computer vertaling door derden: