Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Lumpen:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. lumpen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Lumpen (Duits) in het Zweeds

Lumpen:

Lumpen [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Lumpen (Läppchen; Lappen; Fetzen; )
    skräp; lump
    • skräp [-ett] zelfstandig naamwoord
    • lump [-en] zelfstandig naamwoord
  2. der Lumpen (kleiner Lappen; Läppchen; Flicken; Lappen; Fetzen)
    trasor
    • trasor zelfstandig naamwoord
  3. der Lumpen (Fetzen)
    trasor; paltor
  4. der Lumpen (Fetzen)
    trasor; lumpar
  5. der Lumpen (Stück Stoff; Flicklappen; Lappen; )
    duk; trasa; putstrasa
    • duk [-en] zelfstandig naamwoord
    • trasa [-en] zelfstandig naamwoord
    • putstrasa zelfstandig naamwoord
  6. der Lumpen (Coupon; Schein; Kassenschein; )
    kupong; voucher
    • kupong [-en] zelfstandig naamwoord
    • voucher zelfstandig naamwoord
  7. der Lumpen (Scheuerlappen; Lappen; Tuch; Putztuch)
    putsduk; putstrasa

Vertaal Matrix voor Lumpen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
duk Abschnitt; Coupon; Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Stück Stoff Lappen; Staubtuch; Staubtücher; Tischdecke; Tischtuch; Tischtücher; Tuch
kupong Abschnitt; Coupon; Differenz; Fetzen; Fleck; Flicken; Flicklappen; Kassenschein; Kupon; Lappen; Lumpen; Marke; Reklamezettel; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Riester; Schein; Schlacke; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Surplus; Tuch; Zettel; kleineSchwanz; kleineSchwänze; Überbleibsel; Überrest Beweischen; Gutschein; Voucher
lump Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Läppchen; Stoffetzen; Stofflappen; Wisch; wertlose Zeug
lumpar Fetzen; Lumpen
paltor Fetzen; Lumpen
putsduk Lappen; Lumpen; Putztuch; Scheuerlappen; Tuch
putstrasa Abschnitt; Coupon; Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Putztuch; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Scheuerlappen; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Stück Stoff; Tuch Staubtuch; Staubtücher
skräp Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Läppchen; Stoffetzen; Stofflappen; Wisch; wertlose Zeug Abfall; Bruch; Junk-E-Mail; Kram; Krempel; Krimskrams; Schund; Schutt; Streusel; Stroh; Trümmer; Zeug; wertloses Zeug
trasa Abschnitt; Coupon; Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Stück Stoff Lappen; Tuch
trasor Fetzen; Flicken; Lappen; Lumpen; Läppchen; kleiner Lappen Kluft
voucher Abschnitt; Coupon; Differenz; Fetzen; Fleck; Flicken; Flicklappen; Kassenschein; Kupon; Lappen; Lumpen; Marke; Reklamezettel; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Riester; Schein; Schlacke; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Surplus; Tuch; Zettel; kleineSchwanz; kleineSchwänze; Überbleibsel; Überrest Beweischen; Voucher

Synoniemen voor "Lumpen":


Wiktionary: Lumpen

Lumpen
noun
  1. schäbiges Kleidungsstück
  2. altes, verschlissenes, verschmutztes Stück Stoff

Cross Translation:
FromToVia
Lumpen lapp chiffonmauvais linge, mauvais morceau d'étoffe ou rognure d’une étoffe neuf.
Lumpen lapp lambeaumorceau d’une étoffe déchirer.

Verwante vertalingen van Lumpen



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Lumpen (Zweeds) in het Duits

lumpen:

lumpen zelfstandig naamwoord

  1. lumpen (militärtjänst)
    der Wehrdienst

Vertaal Matrix voor lumpen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Wehrdienst lumpen; militärtjänst värnplikt

Synoniemen voor "lumpen":


Wiktionary: lumpen

lumpen
adjective
  1. (umgangssprachlich) abwertend: im Verhalten anderen gegenüber schlecht
noun
  1. soldatensprachlich: Militärwesen, Militärdienst