Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Regenschauer:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Regenschauer (Duits) in het Zweeds

Regenschauer:

Regenschauer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Regenschauer (Wolkenbruch; Platzregen; Regen; Regenguß)
    skur; dusch; regnskur
    • skur [-en] zelfstandig naamwoord
    • dusch [-en] zelfstandig naamwoord
    • regnskur zelfstandig naamwoord
  2. der Regenschauer (Regenguß; Wolkenbruch; Schlagregen)
    störtskur; hällregn
  3. der Regenschauer (Regenguß)
    regnskur

Vertaal Matrix voor Regenschauer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dusch Platzregen; Regen; Regenguß; Regenschauer; Wolkenbruch Brause; Brausebad; Duschbad; Duschbäder; Dusche; Spritzbad; Sturzbad
hällregn Regenguß; Regenschauer; Schlagregen; Wolkenbruch Gießen
regnskur Platzregen; Regen; Regenguß; Regenschauer; Wolkenbruch Regenfall; Regenstrom
skur Platzregen; Regen; Regenguß; Regenschauer; Wolkenbruch
störtskur Regenguß; Regenschauer; Schlagregen; Wolkenbruch

Synoniemen voor "Regenschauer":


Wiktionary: Regenschauer

Regenschauer
noun
  1. kurzer Regenguss

Cross Translation:
FromToVia
Regenschauer regnby; regnskur regenbui — een tijdelijke periode van regen tengevolge van het overtrekken van een wolkenveld