Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: bargeldlos

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: bargeldlos

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

bargeldlos:
- Wiktionary:
  bargeldlos → kontantlös, kontantfri
- Synoniemen voor "bargeldlos":
  ohne Bargeld; unbar

Duits

Uitgebreide vertaling voor bargeldlos (Duits) in het Zweeds

bargeldlos: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

Bargeld: cash; kontanta pengar; kontanter
Los: bygge; lott; adressat; lottsedel; parti

bargeldlos:

Synoniemen voor "bargeldlos":

ohne Bargeld; unbar

Wiktionary: bargeldlos

bargeldlos

adjective

ohne Verwendung von Bargeld
- bargeldlos → kontantlös; kontantfri