Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. daheim:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor daheim (Duits) in het Zweeds

daheim:

daheim bijvoeglijk naamwoord

  1. daheim (zu Hause)
    hemma
    • hemma bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor daheim:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hemma daheim; zu Hause im Hause; zu Hause

Synoniemen voor "daheim":


Wiktionary: daheim

daheim
adverb
  1. süddeutsch, österreichisch, schweizerisch: zu Hause, in der Heimat

Cross Translation:
FromToVia
daheim hemma home — at home
daheim hemma à la maison — Chez soi.