Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Alarm:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. alarm:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Alarm (Duits) in het Zweeds

Alarm:

Alarm [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Alarm (Notsignal)
    alarm; larmsignal
  2. der Alarm (Hilferuf; Hilfeschreie; Hilferufe; Notschrei)
    nödrop
    • nödrop [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. der Alarm (Notzustand)
    nödsituation; nödläge
  4. der Alarm (Notzustand; Not; Elend; )
    kris; nödsituation

Vertaal Matrix voor Alarm:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alarm Alarm; Notsignal
kris Alarm; Armut; Elend; Hilfsbedürftigkeit; Jammer; Not; Notzustand; Wende; Wendepunkt Drehung; Wendepunkt
larmsignal Alarm; Notsignal Notruf; SOS-Signal; Sturmsignal; Warndreieck; Warnezeichen; Warnsignal
nödläge Alarm; Notzustand Dringlichkeitsfall; Notfall; Notstand; dringende Fall
nödrop Alarm; Hilferuf; Hilferufe; Hilfeschreie; Notschrei
nödsituation Alarm; Armut; Elend; Hilfsbedürftigkeit; Jammer; Not; Notzustand; Wende; Wendepunkt

Synoniemen voor "Alarm":


Wiktionary: Alarm

Alarm
noun
  1. allgemeines Warnsignal oder ein Signal zum Beispiel als Weckruf
  2. Militär, Polizei, Feuerwehr: zur Frühwarnung oder bei Eintritt eines Schadensereignisses erfolgender Ruf zur Bereitschaft oder zur Warnung vor Gefahr

Cross Translation:
FromToVia
Alarm larm alert — an alarm

Verwante vertalingen van Alarm



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Alarm (Zweeds) in het Duits

alarm:

alarm [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. alarm (larmsignal)
    der Alarm; Notsignal
    • Alarm [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Notsignal [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor alarm:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Alarm alarm; larmsignal kris; nödläge; nödrop; nödsituation
Notsignal alarm; larmsignal

Synoniemen voor "alarm":


Wiktionary: alarm

alarm
noun
  1. Gerät, das bei Auslösung, ein Alarmsignal von sich gibt (normalerweise verwenden, um einen Einbruch zu melden)
  2. allgemeines Warnsignal oder ein Signal zum Beispiel als Weckruf
  3. Militär, Polizei, Feuerwehr: zur Frühwarnung oder bei Eintritt eines Schadensereignisses erfolgender Ruf zur Bereitschaft oder zur Warnung vor Gefahr

Verwante vertalingen van Alarm