Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Experiment:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. experiment:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Experiment (Duits) in het Zweeds

Experiment:

Experiment [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Experiment (Versuch; Test)
    experiment
  2. Experiment (Test; Versuch)
    försök; test 6- el.; experiment
  3. Experiment (Verführung; Verleitung; Verlockung; )
    förövring; frestelse

Vertaal Matrix voor Experiment:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
experiment Experiment; Test; Versuch
frestelse Eroberung; Erprobung; Experiment; Prüfung; Verführung; Verleitung; Verlockung Anziehung; Verlockendheit
försök Experiment; Test; Versuch Anstrengung; Kraftanstrengungen; Probieren; Versuch; Versuchen
förövring Eroberung; Erprobung; Experiment; Prüfung; Verführung; Verleitung; Verlockung
test 6- el. Experiment; Test; Versuch

Synoniemen voor "Experiment":


Wiktionary: Experiment

Experiment
noun
  1. (wissenschaftlicher) Versuch

Cross Translation:
FromToVia
Experiment experiment experiment — test under controlled conditions



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Experiment (Zweeds) in het Duits

experiment:

experiment [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. experiment (försök; test 6- el.)
    der Test; der Versuch; Experiment
    • Test [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Versuch [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Experiment [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor experiment:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Experiment experiment; försök; test 6- el. frestelse; förövring
Test experiment; försök; test 6- el. audition; avsökning; examen; examensprov; förprov; förundersökning; komputerprov; prov; prövande; slutexamination; slutprov; test
Versuch experiment; försök; test 6- el. ansträngning; försök

Wiktionary: experiment

experiment
Cross Translation:
FromToVia
experiment Experiment; Versuch experiment — test under controlled conditions