Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: abwesend

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: abwesend

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

abwesend:
- oförsiktigt; tanklös; obetänksamt; oförsiktig; tanklöst; förhindrad att närvara
Abwesend:
- Visa som Inte vid datorn
- Frånvarande; Inte vid datorn
Wiktionary:
- abwesend → frånvarande
- abwesend → frånvarande, borta, tankspridd

Duits

Uitgebreide vertaling voor abwesend (Duits) in het Zweeds

abwesend:

abwesend bijvoeglijk naamwoord

abwesend (gedankenlos; geistesabwesend; unüberlegt; unbewußt)
oförsiktigt; tanklös; obetänksamt; oförsiktig; tanklöst
- oförsiktigt bijvoeglijk naamwoord
- tanklös bijvoeglijk naamwoord
- obetänksamt bijvoeglijk naamwoord
- oförsiktig bijvoeglijk naamwoord
- tanklöst bijvoeglijk naamwoord
abwesend (verhindert)
förhindrad att närvara
- förhindrad att närvara bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor abwesend:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
förhindrad att närvara	abwesend; verhindert
obetänksamt	abwesend; gedankenlos; geistesabwesend; unbewußt; unüberlegt	gedankenlos; leichtfertig; leichtsinnig; unaufmerksam; unbedachtsam; unbesonnen; unvorsichtig; unüberlegt; waghalsig; überhastet
oförsiktig	abwesend; gedankenlos; geistesabwesend; unbewußt; unüberlegt
oförsiktigt	abwesend; gedankenlos; geistesabwesend; unbewußt; unüberlegt
tanklös	abwesend; gedankenlos; geistesabwesend; unbewußt; unüberlegt	gedankenlos; leichtfertig; leichtsinnig; nonchalant; sorglos; unaufmerksam; unbedachtsam; unbesonnen; unüberlegt; waghalsig
tanklöst	abwesend; gedankenlos; geistesabwesend; unbewußt; unüberlegt	gedankenlos; leichtfertig; leichtsinnig; nonchalant; sorglos; unaufmerksam; unbedacht; unbedachtsam; unbesonnen; unüberlegt; waghalsig

Synoniemen voor "abwesend":

absent; fort; nicht da; weg
in Gedanken woanders

Wiktionary: abwesend

abwesend

adjective

nicht gegenwärtig sein, nicht präsent sein, zu einem bestimmten Zeitpunkt oder in einem bestimmten Zeitraum fehlend
- abwesend → frånvarande

Cross Translation:

From	To	Via
• abwesend	→ frånvarande	↔ absent — being away from a place
• abwesend	→ frånvarande	↔ absent — inattentive
• abwesend	→ borta	↔ away — not here; gone
• abwesend	→ frånvarande; tankspridd	↔ absent — Qui n’est pas là où on l’attend.

Abwesend:

Abwesend bijvoeglijk naamwoord

Abwesend (Als abwesend anzeigen)
Visa som Inte vid datorn
- Visa som Inte vid datorn

Abwesend

Abwesend
Frånvarande
- Frånvarande bijvoeglijk naamwoord
Abwesend
Inte vid datorn
- Inte vid datorn

Vertaal Matrix voor Abwesend:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	Abwesenheit
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Frånvarande	Abwesend
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Inte vid datorn	Abwesend
Visa som Inte vid datorn	Abwesend; Als abwesend anzeigen

Verwante vertalingen van abwesend

abwesend sein