Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Abgrenzung

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Abgrenzung

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Abgrenzung:
- gränsa av; sätta stakket
Wiktionary:
- Abgrenzung → avgränsning, avståndstagande
- Abgrenzung → gräns

Duits

Uitgebreide vertaling voor Abgrenzung (Duits) in het Zweeds

Abgrenzung:

Abgrenzung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Abgrenzung (Abgrenzen; Abzäunen; Abstecken)
gränsa av; sätta stakket
- gränsa av zelfstandig naamwoord
- sätta stakket zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Abgrenzung:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gränsa av	Abgrenzen; Abgrenzung; Abstecken; Abzäunen
sätta stakket	Abgrenzen; Abgrenzung; Abstecken; Abzäunen

Synoniemen voor "Abgrenzung":

Differenzierung; Distinktion; Trennung; Unterscheidung
Begrenzung; Grenze; Grenzlinie
Begriffsbestimmung; Begriffserklärung; Begriffsklärung; Bestimmung; Definition; Eingrenzung; Erklärung; Spezifizierung

Wiktionary: Abgrenzung

Abgrenzung

noun

der Akt des unterscheiden
- Abgrenzung → avgränsning
übertragen: verbale Distanzierung
- Abgrenzung → avståndstagande
das erstellen von Grenzen
- Abgrenzung → avgränsning

Cross Translation:

From	To	Via
• Abgrenzung	→ gräns	↔ bound — boundary, border of territory