Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Absturz:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Absturz (Duits) in het Zweeds

Absturz:

Absturz

  1. Absturz
    krasch
    • krasch [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Absturz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
krasch Absturz Börsenkrach; Krach

Synoniemen voor "Absturz":


Wiktionary: Absturz

Absturz
noun
  1. Informatik, umgangssprachlich: Stillstand infolge eines schwer wiegenden Programmfehlers
  2. übertragen: unkontrollierte rasche Abwärtsbewegung, wie das Abstürzen in eine Krise
  3. das Herabstürzen von Personen oder Gegenstand; ein Unfall

Cross Translation:
FromToVia
Absturz stup drop — space into which someone or something could fall
Absturz fall fall — act of moving in gas or vacuum under the effect of gravity from a point to a lower point