Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Agglomeration:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. agglomeration:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Agglomeration (Duits) in het Zweeds

Agglomeration:

Agglomeration [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Agglomeration
    agglomeration

Vertaal Matrix voor Agglomeration:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agglomeration Agglomeration Agglomerat

Synoniemen voor "Agglomeration":


Wiktionary: Agglomeration

Agglomeration
noun
  1. allgemein: Zusammenballung, Anhäufung

Cross Translation:
FromToVia
Agglomeration hopgyttring; samhälle agglomérationaction d’agglomérer ou résultat de cette action.



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Agglomeration (Zweeds) in het Duits

agglomeration:

agglomeration [-en] zelfstandig naamwoord

  1. agglomeration (tätort)
    Agglomerat
  2. agglomeration
    die Agglomeration

Vertaal Matrix voor agglomeration:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Agglomerat agglomeration; tätort
Agglomeration agglomeration

Synoniemen voor "agglomeration":


Wiktionary: agglomeration

agglomeration