Anfang: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Anfang:
- början; starttid; inledning; början av brevet; inledning av ett brev; insats; entré; inträde; ankomst
Wiktionary:
- Anfang → begynnelse, början, påbörjande, start, ursprung, upphov

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

Duits

Uitgebreide vertaling voor Anfang (Duits) in het Zweeds

der Anfang (Beginn; Eröffnung; Start; Anfangen; Einleitung)
början
- början zelfstandig naamwoord
der Anfang (Beginnpunkt; Beginn)
starttid
- starttid [-en] zelfstandig naamwoord
der Anfang (Anfang einer Brief; Titel; Überschrift)
inledning; början av brevet; inledning av ett brev
- inledning [-en] zelfstandig naamwoord
- början av brevet zelfstandig naamwoord
- inledning av ett brev zelfstandig naamwoord
der Anfang (Eintreffen; Eintritt; Ankunft; Einzüge; Antritt; Einkommen; Einzug; Einnahme; Kommen; Eintreten; Eindringen; Antreten)
insats; entré; inträde; ankomst
- insats [-en] zelfstandig naamwoord
- entré [-en] zelfstandig naamwoord
- inträde [-ett] zelfstandig naamwoord
- ankomst [-en] zelfstandig naamwoord
der Anfang (Beginn)
början; inledning
- början zelfstandig naamwoord
- inledning [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ankomst	Anfang; Ankunft; Antreten; Antritt; Eindringen; Einkommen; Einnahme; Eintreffen; Eintreten; Eintritt; Einzug; Einzüge; Kommen	Advent; Ankunft; Eintreffen; Erscheinen; Erscheinung; Erscheinungsbild; Erscheinungsform; Kommen; Steigerung
början	Anfang; Anfangen; Beginn; Einleitung; Eröffnung; Start	Anfangsstadium; Anlaufstadium
början av brevet	Anfang; Anfang einer Brief; Titel; Überschrift
entré	Anfang; Ankunft; Antreten; Antritt; Eindringen; Einkommen; Einnahme; Eintreffen; Eintreten; Eintritt; Einzug; Einzüge; Kommen	Eingangshalle; Halle; Portal; Vorhalle
inledning	Anfang; Anfang einer Brief; Beginn; Titel; Überschrift	Einführung; Einleitung; Exposition
inledning av ett brev	Anfang; Anfang einer Brief; Titel; Überschrift
insats	Anfang; Ankunft; Antreten; Antritt; Eindringen; Einkommen; Einnahme; Eintreffen; Eintreten; Eintritt; Einzug; Einzüge; Kommen
inträde	Anfang; Ankunft; Antreten; Antritt; Eindringen; Einkommen; Einnahme; Eintreffen; Eintreten; Eintritt; Einzug; Einzüge; Kommen	Ankunft; Bewilligung; Einfahrt; Einkommen; Eintreffen; Erscheinen; Erscheinung; Erscheinungsbild; Erscheinungsform; Genehmigung; Steigerung; Zulassung; Zutritte
starttid	Anfang; Beginn; Beginnpunkt

Cross Translation:

From	To	Via
• Anfang	→ begynnelse; början	↔ beginning — act of doing that which begins anything
• Anfang	→ början	↔ beginning — initial portion of some extended thing
• Anfang	→ påbörjande; början; start	↔ inception — the creation or beginning of something
• Anfang	→ ursprung	↔ origin — beginning of something
• Anfang	→ start	↔ start — beginning of an activity
• Anfang	→ begynnelse; början	↔ début — commencement.
• Anfang	→ upphov	↔ origine — commencement.

Zweeds