Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Angreifer:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Angreifer (Duits) in het Zweeds

Angreifer:

Angreifer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Angreifer (überfaller)
    angripare; överfallare
  2. der Angreifer (Stürmer; Angriffsspieler)
    angripare
  3. der Angreifer (Straßenräuber; Wegelagerer)
    gaturövare

Vertaal Matrix voor Angreifer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
angripare Angreifer; Angriffsspieler; Stürmer; überfaller
gaturövare Angreifer; Straßenräuber; Wegelagerer
överfallare Angreifer; überfaller

Synoniemen voor "Angreifer":


Wiktionary: Angreifer

Angreifer
noun
  1. jemand, der angreifen

Cross Translation:
FromToVia
Angreifer angripare attacker — someone who attacks