Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Anziehung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Anziehung (Duits) in het Zweeds

Anziehung:

Anziehung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Anziehung
    frestelse
  2. die Anziehung (Reiz; Verlockung)
    dragningskraft; överklagande
  3. die Anziehung (Auflauf; Zusammenlauf)
    revolt; uppror; tumult
    • revolt [-en] zelfstandig naamwoord
    • uppror [-ett] zelfstandig naamwoord
    • tumult [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Anziehung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dragningskraft Anziehung; Reiz; Verlockung Apell; Genosse; Kumpel
frestelse Anziehung Eroberung; Erprobung; Experiment; Prüfung; Verführung; Verleitung; Verlockendheit; Verlockung
revolt Anziehung; Auflauf; Zusammenlauf Auflehnung; Aufruhr; Aufstand; Erhebung; Rebellion; Volksaufstand; Volkserhebung
tumult Anziehung; Auflauf; Zusammenlauf Andrang; Auflauf; Auflehnung; Aufregung; Aufruhr; Aufstand; Beschäftigung; Betrieb; Betriebsamkeit; Empörung; Emsigkeit; Erhebung; Gebrüll; Gedränge; Gedrängtheit; Geschäftigkeit; Geselligkeit; Getreibe; Getue; Getöse; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Klamauk; Krach; Krawall; Lebendigkeit; Lebhaftigkeit; Lärm; Radau; Rebellion; Regsamkeit; Rummel; Rührigkeit; Schlägerei; Sensation; Skandal; Spektakel; Spuk; Strudel; Tamtam; Trara; Treiben; Trubel; Tumult; Umtrieb; Volksaufstand; Volkserhebung; Widerstand; aufheben; reges Leben; starkeVerkehr
uppror Anziehung; Auflauf; Zusammenlauf Auflehnung; Aufruhr; Aufruhre; Aufstand; Erhebung; Rebellion; Umstürze; Volksaufstand; Volksaufstände; Volkserhebung
överklagande Anziehung; Reiz; Verlockung Apell; Appell; Berufung

Synoniemen voor "Anziehung":


Wiktionary: Anziehung

Anziehung
noun
  1. -

Computer vertaling door derden: