Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Anzug

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Anzug

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Anzug:
- kostym; annalkande; närmande; kommande; blivande; förestående; uniform
Wiktionary:
- Anzug → kostym, klädsel, öppningsspel, öppningsdrag, annalkande
- Anzug → kostym

Duits

Uitgebreide vertaling voor Anzug (Duits) in het Zweeds

Anzug:

Anzug [der ~] zelfstandig naamwoord

der Anzug (Smoking; Kostüm)
kostym
- kostym [-en] zelfstandig naamwoord
der Anzug (Anmarsch)
annalkande; närmande
- annalkande zelfstandig naamwoord
- närmande [-ett] zelfstandig naamwoord
der Anzug (Anmarsch)
kommande; blivande; förestående
- kommande zelfstandig naamwoord
- blivande zelfstandig naamwoord
- förestående zelfstandig naamwoord
der Anzug (Uniform; Kostüm; Kleid; Smoking)
uniform
- uniform [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Anzug:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
annalkande	Anmarsch; Anzug	Annäherung; Avance
blivande	Anmarsch; Anzug
förestående	Anmarsch; Anzug
kommande	Anmarsch; Anzug
kostym	Anzug; Kostüm; Smoking	Aufmachung; Bekleidung; Kleider; Kleidung; Kostüm; Sakkoanzug
närmande	Anmarsch; Anzug	Annaeherungsart; Annäherung; Avance
uniform	Anzug; Kleid; Kostüm; Smoking; Uniform
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
blivande		entstehend; werdend
kommande		folgende; nachfolgeende; nächste

Wiktionary: Anzug

Anzug

noun

zweiteilige (Jacke und Hose) oder dreiteilige (Jacke, Hose und Weste) Bekleidung für Herren
- Anzug → kostym
die Art und Weise, wie man sich anziehen, angezogen ist, die Art der Bekleidung
- Anzug → klädsel
der erste Zug bei Brettspielen, das erste auspielen, aufdecken, nehmen bei Kartenspielen
- Anzug → öppningsspel; öppningsdrag
das heranziehen, heranziehen, heranrücken
- Anzug → annalkande

Cross Translation:

From	To	Via
• Anzug	→ kostym	↔ suit — suit of clothes