Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: April

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: April

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. April:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. april:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor April (Duits) in het Zweeds

April:

April [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der April
    april
    • april zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor April:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
april April

Synoniemen voor "April":

  • vierter Monat des Jahres; Jahreszwölftel; Monat

Wiktionary: April

April
noun
  1. der vierte Monat des Gregorianischen Kalenders
Cross Translation:
FromToVia
• April → april ↔ April — fourth month of the Gregorian calendar

Computer vertaling door derden:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor April (Zweeds) in het Duits

april:

april zelfstandig naamwoord

  1. april
    der April
    • April [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor april:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
April april

Wiktionary: april

april
noun
  1. der vierte Monat des Gregorianischen Kalenders
Cross Translation:
FromToVia
• april → Ostermond; April ↔ April — fourth month of the Gregorian calendar

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0256 seconde
Page rendered in 1.0 seconds