Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Aufbruch

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Aufbruch

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Aufbruch:
- Wiktionary:
  Aufbruch → uppbrytande, spricka, uppbrott
- Synoniemen voor "Aufbruch":
  Anbruch; Anfang; Auftakt; Beginn; Geburt; Start; Take-off
  Abfahrt; Abreise; Abzug; Fahrtbeginn; Bewegung; Fortbewegung

Duits

Uitgebreide vertaling voor Aufbruch (Duits) in het Zweeds

Spelling Suggesties voor: Aufbruch

Ausbruch; Abbruch; Aufdruck; Aufbau; Anspruch; Aufruhr; Ausspruch; Aufstrich; Aufmarsch; aus Tuch

Aufbruch:

Synoniemen voor "Aufbruch":

Anbruch; Anfang; Auftakt; Beginn; Geburt; Start; Take-off
Abfahrt; Abreise; Abzug; Fahrtbeginn; Bewegung; Fortbewegung

Wiktionary: Aufbruch

Aufbruch

noun

das Aufbrechen von Objekten und Wertgegenständen mit Gewalt
- Aufbruch → uppbrytande
eine aufgebrochene Stelle
- Aufbruch → spricka
Beginn eines Vorganges, bei dem sich jemand entfernt
- Aufbruch → uppbrott

Computer vertaling door derden: