Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Budget

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Budget

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Budget:
- budget; utrymme för utgifter
Wiktionary:
- Budget → budget
- Budget → budget

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

budget:
- Budget; Etat; Haushalt; Haushaltsplan
Wiktionary:
- budget → Haushaltsplan, Haushalt, Etat, Budget
- budget → Budget, Etat, Haushalt, Kostenvoranschlag, Haushaltsplan

Duits

Uitgebreide vertaling voor Budget (Duits) in het Zweeds

Budget:

Budget [das ~] zelfstandig naamwoord

Budget (Etat; Haushalt)
budget
- budget [-en] zelfstandig naamwoord
Budget
budget; utrymme för utgifter
- budget [-en] zelfstandig naamwoord
- utrymme för utgifter zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Budget:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
budget	Budget; Etat; Haushalt	Haushaltsplan
utrymme för utgifter	Budget

Synoniemen voor "Budget":

Etat; Finanzplan; Haushalt; Haushaltsplan; Topf

Wiktionary: Budget

Budget

noun

(umgangssprachlich) Geldmenge, die zur Verfügung steht
- Budget → budget
Plan über alle zukünftigen Einnahmen und Ausgaben
- Budget → budget

Cross Translation:

From	To	Via
• Budget	→ budget	↔ budget — amount of money or resources
• Budget	→ budget	↔ budget — itemized summary of intended expenditure
• Budget	→ budget	↔ begroting — raming van de te maken uitgaven voor de komende tijd

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Budget (Zweeds) in het Duits

budget:

budget [-en] zelfstandig naamwoord

budget
Budget; der Etat; der Haushalt
- Budget [das ~] zelfstandig naamwoord
- Etat [der ~] zelfstandig naamwoord
- Haushalt [der ~] zelfstandig naamwoord
budget
Haushaltsplan
- Haushaltsplan
budget (utrymme för utgifter)
Budget
- Budget [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor budget:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Budget	budget; utrymme för utgifter
Etat	budget
Haushalt	budget
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Haushaltsplan	budget

Wiktionary: budget

budget

noun

Gegenüberstellung aller im Haushaltsjahr zu erwartenden Einnahmen, die zu leistenden Ausgaben und die voraussichtlich notwendigen Verpflichtungsermächtigungen
- Haushaltsplan → budget
Einnahmen und Ausgaben von
- Haushalt → budget
Budget; Wirtschafts-, Haushaltsplan
- Etat → budget
(umgangssprachlich) Geldmenge, die zur Verfügung steht
- Budget → budget
Plan über alle zukünftigen Einnahmen und Ausgaben
- Budget → budget

Cross Translation:

From	To	Via
• budget	→ Budget; Etat; Haushalt	↔ budget — amount of money or resources
• budget	→ Haushalt; Etat; Budget	↔ budget — itemized summary of intended expenditure
• budget	→ Kostenvoranschlag; Haushaltsplan; Etat; Haushalt; Budget	↔ begroting — raming van de te maken uitgaven voor de komende tijd
• budget	→ Etat	↔ budget — compta\|fr prévision de dépenses et de recettes d’une administration pour une période donnée

Verwante vertalingen van Budget

provisorisk budget