Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Dauer

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Dauer

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Dauer:
- tidsspann; längd; varaktighet; duration; tid; åldersfördela
Wiktionary:
- Dauer → varaktighet

Duits

Uitgebreide vertaling voor Dauer (Duits) in het Zweeds

Dauer:

Dauer [die ~] zelfstandig naamwoord

die Dauer (Zeitspanne; Länge)
tidsspann; längd; varaktighet; duration
- tidsspann [-ett] zelfstandig naamwoord
- längd [-en] zelfstandig naamwoord
- varaktighet [-en] zelfstandig naamwoord
- duration zelfstandig naamwoord
die Dauer
varaktighet
- varaktighet [-en] zelfstandig naamwoord
die Dauer
tid; varaktighet
- tid [-en] zelfstandig naamwoord
- varaktighet [-en] zelfstandig naamwoord
die Dauer
åldersfördela
- åldersfördela werkwoord

Vertaal Matrix voor Dauer:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
duration	Dauer; Länge; Zeitspanne	Länge; lange Dauer
längd	Dauer; Länge; Zeitspanne	Anhöhe; Ausmaß; Fortdauern; Größe; Höhe; Körperlänge; Länge; lange Dauer
tid	Dauer	Abschnitt; Mal; Periode; Spanne; Zeitabschnitt; Zeitraum; Zeitspanne
tidsspann	Dauer; Länge; Zeitspanne	Abschnitt; Periode; Spanne; Zeitabschnitt; Zeitraum; Zeitspanne
varaktighet	Dauer; Länge; Zeitspanne	Beständigkeit; Fortdauern; Länge; Solidität; Stetigkeit; Tüchtigkeit; lange Dauer
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
åldersfördela	Dauer

Synoniemen voor "Dauer":

Abstand; Intervall; Frist; Periode; Phase; Spanne; Weile; Zeit; Zeitabschnitt; Zeitabstand; Zeitdauer; Zeitdifferenz; Zeitintervall; Zeitlang; Zeitraum; Zeitspanne; Abstraktion

Wiktionary: Dauer

Dauer

noun

zeitliche Erstreckung von etwas
- Dauer → varaktighet
das Fortbestehen, Weiterbestehen von etwas
- Dauer → varaktighet

Verwante vertalingen van Dauer