Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Endpunkt:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Endpunkt (Duits) in het Zweeds

Endpunkt:

Endpunkt [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Endpunkt (Beschluß; Endlauf; Ablauf; )
    slutpunkt; slut
    • slutpunkt [-en] zelfstandig naamwoord
    • slut [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. der Endpunkt (Endhaltestelle)
    terminal; ändhållplats
  3. der Endpunkt
    slutpunkt

Vertaal Matrix voor Endpunkt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slut Ablauf; Ausklang; Auslauf; Beschluß; Endkampf; Endlauf; Endpunkt Abschluß; Arsch; Beendigung; Beendung; Ende; Endergebnis; Ergebnis; Folgerung; Gesamtergebnis; Gesamtzahl; Hintern; Konklusion; Resultat; Schluß; Schwanzende
slutpunkt Ablauf; Ausklang; Auslauf; Beschluß; Endkampf; Endlauf; Endpunkt Ausgleich
terminal Endhaltestelle; Endpunkt Kopfbahnhöfe
ändhållplats Endhaltestelle; Endpunkt Kopfbahnhöfe; Sackbahnhöfe
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slut abgemattet; abgespannt; ermattet; erschöpft; fertig; halbtot; hundemüde; kaputt; leid; ohnmächtig; satt; todmüde; übermüdet