Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Englisch

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Englisch

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

englisch:
- engelsk; engelskt
Englisch:
- Engelska
Wiktionary:
- Englisch → engelsk öppning, engelska
- Englisch → engelska
- englisch → änglalik, engelsk
- englisch → engelsk, engelska, engelsman

Duits

Uitgebreide vertaling voor Englisch (Duits) in het Zweeds

englisch:

englisch bijvoeglijk naamwoord

englisch
engelsk; engelskt
- engelsk bijvoeglijk naamwoord
- engelskt bijvoeglijk naamwoord
englisch (britisch)
engelsk
- engelsk bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor englisch:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
engelsk	britisch; englisch	britisch
engelskt	englisch

Synoniemen voor "englisch":

engl.

Wiktionary: englisch

englisch

adjective

veraltet: engelhaft
- englisch → änglalik
umgangssprachlich: zum Vereinigten Königreich von Großbritannien und Nordirland gehörend
- englisch → engelsk
aus England kommend
- englisch → engelsk
aus der in England gebräuchlichen Sprache kommend, siehe auch Englisch
- englisch → engelsk

Cross Translation:

From	To	Via
• englisch	→ engelsk	↔ English — of or pertaining to the English language
• englisch	→ engelsk	↔ English — of or pertaining to England
• englisch	→ engelska; engelsman	↔ Engels — als van, in of betrekking hebbend op Engelsen, Engeland of het Engels
• englisch	→ engelsk	↔ anglais — Traductions à trier

Englisch:

Englisch [das ~] zelfstandig naamwoord

Englisch
Engelska
- Engelska zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Englisch:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Engelska	Englisch

Synoniemen voor "Englisch":

englische Sprache

Wiktionary: Englisch

Englisch

noun

eine Eröffnung im Schach
- Englisch → engelsk öppning
aus England stammende westgermanische Sprache mit nordischen Einflüssen, deren Wortschatz zum großen Teil aus dem Altfranzösischen und Lateinischen entlehnen wurde
- Englisch → engelska

Cross Translation:

From	To	Via
• Englisch	→ engelska	↔ English — the English language
• Englisch	→ engelska	↔ Engels — de taal
• Englisch	→ engelska	↔ anglais — Langue