Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Erde:
  2. erden:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Erde (Duits) in het Zweeds

Erde:

Erde [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Erde (Welt)
    värld
    • värld [-en] zelfstandig naamwoord
  2. die Erde (Erdball)
    jorden
    • jorden zelfstandig naamwoord
  3. die Erde (Erdball)
    jord; jordklot
    • jord [-en] zelfstandig naamwoord
    • jordklot [-ett] zelfstandig naamwoord
  4. die Erde (Fußboden; Boden; Grund)
    golv
    • golv [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Erde:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
golv Boden; Erde; Fußboden; Grund
jord Erdball; Erde
jorden Erdball; Erde
jordklot Erdball; Erde
värld Erde; Welt

Synoniemen voor "Erde":

  • Blauer Planet; Globus; Terra; Welt; kalter Himmelskörper; Planet; Wanderstern
  • Boden; Erdboden; Erdreich; Untergrund
  • Humus; Mutterboden; Muttererde
  • Erdung; Schutzerde; Schutzleiter; Schutzleitung; Nullleiter; PEN-Leiter

Wiktionary: Erde

Erde
noun
  1. nur Singular: die trockenen Landmassen der Erdoberfläche
  2. religiös: das Diesseits
  3. tonerdeähnliche Metalloxide, die so genannten Seltene Erden
  4. physikalisch, elektrisch: eine leitende Verbindung zur Erde [2]
  5. nur Singular: belebter und dritter, von der Sonne aus gezählte Planet in unserem Sonnensystem
  6. der lockere Bestandteil von [1], das Erdreich
  7. nur Singular: der feste Boden, die Landoberfläche von [3]

Cross Translation:
FromToVia
Erde Tellus; jorden Earth — third planet from the Sun
Erde jord dirt — soil or earth
Erde jord earth — soil
Erde jord earth — any general rock-based material
Erde jord earth — one of the four basic elements
Erde jorden globe — the planet Earth
Erde mark; backe ground — surface of the Earth
Erde mark; jord ground — soil, earth
Erde jordledare; jord ground — electrical conductor connected to point of zero potential
Erde jord soil — mixture of sand and organic material
Erde värld world — the earth

Erde vorm van erden:

erden werkwoord (erde, erdest, erdet, erdete, erdetet, geerdet)

  1. erden
    jorda
    • jorda werkwoord (jordar, jordade, jordat)
  2. erden (etablieren; gründen; errichten; stiften)
    etablera; lägga grunderna
    • etablera werkwoord (etablerar, etablerade, etablerat)
    • lägga grunderna werkwoord (lägger grunderna, lade grunderna, lagt grunderna)

Conjugations for erden:

Präsens
  1. erde
  2. erdest
  3. erdet
  4. erden
  5. erdet
  6. erden
Imperfekt
  1. erdete
  2. erdetest
  3. erdete
  4. erdeten
  5. erdetet
  6. erdeten
Perfekt
  1. habe geerdet
  2. hast geerdet
  3. hat geerdet
  4. haben geerdet
  5. habt geerdet
  6. haben geerdet
1. Konjunktiv [1]
  1. erde
  2. erdest
  3. erde
  4. erden
  5. erdet
  6. erden
2. Konjunktiv
  1. erdete
  2. erdetest
  3. erdete
  4. erdeten
  5. erdetet
  6. erdeten
Futur 1
  1. werde erden
  2. wirst erden
  3. wird erden
  4. werden erden
  5. werdet erden
  6. werden erden
1. Konjunktiv [2]
  1. würde erden
  2. würdest erden
  3. würde erden
  4. würden erden
  5. würdet erden
  6. würden erden
Diverses
  1. erd!
  2. erdet!
  3. erden Sie!
  4. geerdet
  5. erdend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor erden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
etablera erden; errichten; etablieren; gründen; stiften errichten; gründen
jorda erden
lägga grunderna erden; errichten; etablieren; gründen; stiften

Synoniemen voor "erden":


Wiktionary: erden


Cross Translation:
FromToVia
erden jorda earth — connect electrically to the earth
erden jorda ground — to connect an electrical conductor

Verwante vertalingen van Erde