Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Füllung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Füllung (Duits) in het Zweeds

Füllung:

Füllung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Füllung (Füllstoff; Füllsel)
    fyllande
  2. die Füllung (Füllmaße; Füllstoff)
    fyllning; plomb
    • fyllning [-en] zelfstandig naamwoord
    • plomb [-en] zelfstandig naamwoord
  3. die Füllung (Blei; Lot; Senklot)
    bly
    • bly [-ett] zelfstandig naamwoord
  4. die Füllung
    komplettering; påfyllning
  5. die Füllung (Plombierung)
    plombering
  6. die Füllung (Füllsel)
    fyllning
  7. die Füllung (Lot; Senklot; Blei)
    plomb
    • plomb [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Füllung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bly Blei; Füllung; Lot; Senklot Blech; Blei; Büchse; Dose; Konserve; Metall
fyllande Füllsel; Füllstoff; Füllung Vollsturzen
fyllning Füllmaße; Füllsel; Füllstoff; Füllung
komplettering Füllung Fertigstellung; Vollendung
plomb Blei; Füllmaße; Füllstoff; Füllung; Lot; Senklot Plombe; Zahnfüllung
plombering Füllung; Plombierung
påfyllning Füllung Aufnahme
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fyllning stopfend

Synoniemen voor "Füllung":


Wiktionary: Füllung


Cross Translation:
FromToVia
Füllung fyllning filling — contents of a pie

Computer vertaling door derden: