Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Fahrplan:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fahrplan (Duits) in het Zweeds

Fahrplan:

Fahrplan [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Fahrplan (Kursbuch; Flugpläne; Zeitplan; Fahrpläne; Flugplan)
    tidstabell
  2. der Fahrplan (Abfahrzeiten)
    avgångs tider

Vertaal Matrix voor Fahrplan:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avgångs tider Abfahrzeiten; Fahrplan
tidstabell Fahrplan; Fahrpläne; Flugplan; Flugpläne; Kursbuch; Zeitplan

Synoniemen voor "Fahrplan":

  • Abfahrtsfahrplan; Abfahrtsplan; Zeitplan

Wiktionary: Fahrplan

Fahrplan
noun
  1. Übersicht über die Fahrzeiten eines Verkehrsmittels

Cross Translation:
FromToVia
Fahrplan tidtabell; tidsschema timetable — a structured schedule of events

Computer vertaling door derden: