Fahrschein: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Fahrschein:
- biljett; spårvagnsbiljett; avgift; biljettpris; passageraravgift; tågbiljett
Wiktionary:
- Fahrschein → färdbiljett, biljett
- Fahrschein → biljett

Duits

Uitgebreide vertaling voor Fahrschein (Duits) in het Zweeds

der Fahrschein (Fahrkarte; Ticket)
biljett; spårvagnsbiljett
- biljett [-en] zelfstandig naamwoord
- spårvagnsbiljett zelfstandig naamwoord
der Fahrschein (Fahrkarte; Ticket)
biljett; avgift; biljettpris; passageraravgift
- biljett [-en] zelfstandig naamwoord
- avgift [-en] zelfstandig naamwoord
- biljettpris zelfstandig naamwoord
- passageraravgift [-en] zelfstandig naamwoord
der Fahrschein (Fahrkarte; Ticket)
tågbiljett
- tågbiljett [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avgift	Fahrkarte; Fahrschein; Ticket	Arbeitslohn; Belastung; Besoldung; Bezahlung; Einfuhrzoll; Einkommen; Gebühr; Gebührenerhebung; Gehalt; Kosten; Lohn; Steuer; Taxe; Verdienst; Zoll Erhebung; Zolltarif
biljett	Fahrkarte; Fahrschein; Ticket	Beförderungsausweis; Eintrittskarte; Fahrpreis; Karte; Platzkarte
biljettpris	Fahrkarte; Fahrschein; Ticket	Fahrpreis
passageraravgift	Fahrkarte; Fahrschein; Ticket
spårvagnsbiljett	Fahrkarte; Fahrschein; Ticket
tågbiljett	Fahrkarte; Fahrschein; Ticket

Fahrschein

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Fahrschein	→ biljett	↔ ticket — pass for transportation