Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Faktor:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. faktor:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Faktor (Duits) in het Zweeds

Faktor:

Faktor [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Faktor (Element)
    faktor
    • faktor [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Faktor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
faktor Element; Faktor

Synoniemen voor "Faktor":


Wiktionary: Faktor

Faktor
noun
  1. mitwirkender Bestandteil
  2. Mathematik: Operand der Multiplikation, Teil eines Produktes

Cross Translation:
FromToVia
Faktor faktor factor — integral part
Faktor faktor factor — mathematical sense



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Faktor (Zweeds) in het Duits

faktor:

faktor [-en] zelfstandig naamwoord

  1. faktor
    der Faktor; Element
    • Faktor [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Element [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. faktor
    der Faktor
    • Faktor [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor faktor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Element faktor Outlook-objekt; beståndsdel; del; dimensionsmedlem; element; ingrediens; medlem; objekt
Faktor faktor

Synoniemen voor "faktor":


Wiktionary: faktor

faktor
noun
  1. mitwirkender Bestandteil
  2. Mathematik: Operand der Multiplikation, Teil eines Produktes

Cross Translation:
FromToVia
faktor Faktor factor — integral part
faktor Faktor factor — mathematical sense