Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Flieger

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Flieger

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Flieger:
- flygare; pilot
Wiktionary:
- Flieger → jagare, flygplan, flygförare, pilot, flygare
- Flieger → plan

Duits

Uitgebreide vertaling voor Flieger (Duits) in het Zweeds

Flieger:

Flieger [der ~] zelfstandig naamwoord

der Flieger (Pilot; Drache; Flugkapitän)
flygare; pilot
- flygare [-en] zelfstandig naamwoord
- pilot [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Flieger:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
flygare	Drache; Flieger; Flugkapitän; Pilot
pilot	Drache; Flieger; Flugkapitän; Pilot	Flugzeugkapitän; Lotse; Pilot; Pilotversuch

Synoniemen voor "Flieger":

Aeroplan; Flugmaschine; Flugzeug; Kabine; Kiste; Luftfahrzeug; Maschine; Fluggerät
Flugkapitän; Flugzeugführer; Luftfahrzeugführer; Pilot; Berufstätiger

Wiktionary: Flieger

Flieger

noun

spezielles, in einiger Höhe über Deck geführtes Vorsegel mancher Segelschiffe
- Flieger → jagare
(umgangssprachlich) flugtüchtiges Verkehrsmittel, welches Tragflächen besitzt
- Flieger → flygplan
ursprünglich: Führer eines Fluggerätes
- Flieger → flygförare; pilot; flygare

Cross Translation:

From	To	Via
• Flieger	→ plan	↔ plane — airplane

Verwante vertalingen van Flieger

Flieger Oberst