Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Franc:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. franc:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Franc (Duits) in het Zweeds

Franc:

Franc [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Franc (Frank)
    franc
    • franc [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Franc:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
franc Franc; Frank

Wiktionary: Franc

Franc
noun
  1. ehemalige Währungseinheit Luxemburgs
  2. ehemalige Währungseinheit Belgiens
  3. ehemalige Währungseinheit Frankreichs



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Franc (Zweeds) in het Duits

franc:

franc [-en] zelfstandig naamwoord

  1. franc
    der Frank; der Franc
    • Frank [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Franc [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor franc:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Franc franc
Frank franc

Wiktionary: franc

franc
noun
  1. ehemalige Währungseinheit Luxemburgs
  2. ehemalige Währungseinheit Belgiens
  3. ehemalige Währungseinheit Frankreichs