Gelassenheit: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Gelassenheit:
- stillhet; tystnad; lungnhet; saktmodighet; ödmjukhet; beskedlighet; undergivenhet; lugnhet; jämnmodighet
Wiktionary:
- Gelassenheit → jämnmod, behärskning
- Gelassenheit → själsro, jämnmod, sinnesro, lugn, stillhet, ro, frid

Duits

Uitgebreide vertaling voor Gelassenheit (Duits) in het Zweeds

die Gelassenheit (Unerschütterlichkeit)
stillhet; tystnad
- stillhet [-en] zelfstandig naamwoord
- tystnad [-en] zelfstandig naamwoord
die Gelassenheit (Ruhe)
lungnhet
- lungnhet zelfstandig naamwoord
die Gelassenheit (Gleichmutigkeit)
saktmodighet; ödmjukhet; beskedlighet; undergivenhet
- saktmodighet [-en] zelfstandig naamwoord
- ödmjukhet [-en] zelfstandig naamwoord
- beskedlighet [-en] zelfstandig naamwoord
- undergivenhet [-en] zelfstandig naamwoord
die Gelassenheit (Gleichmut)
lugnhet; jämnmodighet
- lugnhet zelfstandig naamwoord
- jämnmodighet zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beskedlighet	Gelassenheit; Gleichmutigkeit	Anspruchslosigkeit; Bescheidenheit; Dienstbarkeit; Dienstbereitschaft; Dienstfertigkeit; Entgegenkommen; Folgsamkeit; Gefälligkeit; Gefügigkeit; Gehorsam; Genügsamkeit; Untertänigkeit; Unterwürfigkeit; Wohlwollen; Zuvorkommendheit
jämnmodighet	Gelassenheit; Gleichmut
lugnhet	Gelassenheit; Gleichmut
lungnhet	Gelassenheit; Ruhe
saktmodighet	Gelassenheit; Gleichmutigkeit
stillhet	Gelassenheit; Unerschütterlichkeit	Frieden; Kalme; Ruhe; Stille
tystnad	Gelassenheit; Unerschütterlichkeit	Frieden; Friedlichkeit; Kalme; Ruhe; Schweigen; Schweigsamkeit; Stille; Stillschweigen; Verschlossenheit; Verschwiegenheit; Zurückhaltung
undergivenhet	Gelassenheit; Gleichmutigkeit	Anordnung; Anspruchslosigkeit; Bescheidenheit; Dienstbarkeit; Dienstbereitschaft; Dienstfertigkeit; Disziplin; Entgegenkommen; Folgsamkeit; Gefälligkeit; Gefügigkeit; Gehorsam; Gehorsamkeit; Genügsamkeit; Unterwerfung; Unterwürfigkeit; Verordnung; Vorschrift; Wohlwollen; Zuvorkommendheit
ödmjukhet	Gelassenheit; Gleichmutigkeit	Demut

Gelassenheit

noun

maßvolle Haltung, innere Ruhe, seelisches Gleichgewicht
- Gelassenheit → jämnmod; behärskning

Cross Translation:

From	To	Via
• Gelassenheit	→ själsro; jämnmod; sinnesro	↔ equanimity — state of being calm
• Gelassenheit	→ lugn; stillhet; ro; frid	↔ serenity — state
• Gelassenheit	→ lugn; stillhet	↔ sérénité — État du temps, de l’air qui est serein.