Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Generation:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. generation:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Generation (Duits) in het Zweeds

Generation:

Generation [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Generation (Geschlecht)
    generation

Vertaal Matrix voor Generation:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
generation Generation; Geschlecht

Synoniemen voor "Generation":


Wiktionary: Generation

Generation
noun
  1. einzelne Glieder in der Elternfolge: Großeltern - Eltern - Kinder - Enkel
  2. Dauer eines Menschenlebens
  3. biologisch: zum Fortpflanzungsprozess gehörenden Lebewesen
  4. Gesamtheit der Angehörigen einer bestimmten Altersstufe

Cross Translation:
FromToVia
Generation generation age — generation (see also generation)
Generation generation generation — single step in the succession of natural descent
Generation generation generatie — alle personen die min of meer tegelijkertijd geboren zijn



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Generation (Zweeds) in het Duits

generation:

generation [-en] zelfstandig naamwoord

  1. generation
    die Generation; Geschlecht

Vertaal Matrix voor generation:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Generation generation
Geschlecht generation avkomling; folkstam; kön; stam; ättling

Synoniemen voor "generation":

  • släktled

Wiktionary: generation

generation
noun
  1. antiquiert: Generation
  2. einzelne Glieder in der Elternfolge: Großeltern - Eltern - Kinder - Enkel
  3. Dauer eines Menschenlebens
  4. biologisch: zum Fortpflanzungsprozess gehörenden Lebewesen
  5. Gesamtheit der Angehörigen einer bestimmten Altersstufe

Cross Translation:
FromToVia
generation Generation age — generation (see also generation)
generation Generation generation — single step in the succession of natural descent
generation Generation generatie — alle personen die min of meer tegelijkertijd geboren zijn