Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Gesäß

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Gesäß

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Gesäß:
- rumpa; baksida; stjärt
Wiktionary:
- Gesäß → arsle, röv, bak, rumpa, stjärt
- Gesäß → bak, ända, rumpa, röv, stjärt

Duits

Uitgebreide vertaling voor Gesäß (Duits) in het Zweeds

Gesäß:

Gesäß [das ~] zelfstandig naamwoord

Gesäß (Hintern; Arsch)
rumpa; baksida; stjärt
- rumpa [-en] zelfstandig naamwoord
- baksida [-en] zelfstandig naamwoord
- stjärt [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gesäß:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
baksida	Arsch; Gesäß; Hintern	Hinterseite; Kehrseite; Rückenseite; Rückseite; Schattenseite; Verteidiger
rumpa	Arsch; Gesäß; Hintern
stjärt	Arsch; Gesäß; Hintern

Synoniemen voor "Gesäß":

Allerwertester; Arsch; Hinterbacke; Hintern; Hinterteil; Po; Pobacken; Podex; Popo; Pöter; Schinken; Sitzfleisch; Steiß; vier Buchstaben; Körperteil; Organ

Wiktionary: Gesäß

Gesäß

noun

Anatomie: ein nur bei Menschen und ansatzweise bei Affen ausgeprägtes Körperteil am unteren Rumpfende
- Gesäß → arsle; röv; bak; rumpa; stjärt

Cross Translation:

From	To	Via
• Gesäß	→ bak; ända; rumpa; röv; stjärt	↔ butt — buttocks
• Gesäß	→ rumpa	↔ rump — the buttocks